|
|
M: Het [Moeder zit te driegen] lijkt op Wie zal er ons kindeke douwen. G begint meteen te zingen (op een van de twee melodieën]:
18:30 - 19:20
Wie zal er ons kindeke douwen [5567876535] En doet het zijn moederke niet Wie zal er zijn dekentjes vouwen Dat schaars door een holleke ziet [tekst is eigenlijk anders] Kleine, kleine moederke'alleen Douw, douw, douwderideine Kleine, kleine moederke'alleen Kan van uw wiegske niet scheên
G: Er zijn drie coupletten van. Ik dacht dat het van Catharina van Rennes was [M dacht van Emiel Hullebroeck]. M is overigens zeer ontroerd door de zuivere stem van G. G. zegt dat als vroeger je stem niet zo helder was, dan moest je een stuk appel eten.
| |
|
Opnames gemaakt in de Utrechtse wijken Lombok en Transvaal, 1998
|
1998
|
|
|
|
Transcriptie en evt. annotatie/commentaar door veldwerker Marie van Dijk, 1999-2004 |
|