|
|
1. Jantje was een kleine kleuter Enigst kind en zeer verwend Maar op zekere dag zei moeder Hoor eens even lieve vent Als je zoet bent komt er spoedig Een broertje of een zusje bij Nu dat was wat voor ons Jantje En het ventje zei toen blij Wanneer er heus een zusje kwam Krijgt zij van mij iets moois zeg mam
Refrein: Dan gaat mijn spaarpot open En krijgt die schattebout Een boeketje witte rozen Waar mam ook zo van houdt
2. Toen de ooievaar verwacht werd Moest kleine Jan met tante mee En hij werd daar voor een nachtje Dra de vrolijke logé Voor 't geld uit Jantjes spaarpot Eerst wel tien keer nageteld Werd er in een bloemenwinkel Een heel mooi boeket besteld En 's nachts in bed nog in zijn slaap Zong in zijn droom die kleine knaap
Refrein.
[strofe nr. 3 uit liedschrift Jeannette van der Putten-Dings (22)]
3. De andere morgen bij zijn thuiskomst Dacht Jan wat is dat vreemd vandaag Want kijk daar eens de gordijnen Zijn nog helemaal omlaag En snikkend zei vader, Jantje Jij hebt nu geen moesje meer Zij ging vannacht met klein zusje Weg naar Onze Lieve Heer En zachtjes legt hij het boeket Bij het dode zusje op het bed
Refrein En wenend zei toen Jantje 'k Bracht witte rozen mee Lieve mam en lief klein zusje Die zijn nu voor jullie twee. | |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|
© 2024 KNAW/Meertens Instituut