|
|
1. Toen Adam in het paradijs, O jee Zag dat zijn haren werden grijs, O jee Sprak hij waar moet dat nu toch heen Zo oud en ik ben nog alleen, O jee 6x
2. Toen hij eens op een zekere nacht, Och hé Zo rustig daar te slapen lag, Och hé Droomd' hij hoe eenzaam 't is op aard Het leven is mij niet veel waard Och hé 6 x
3. Maar hij werd wakker van de schrik, Och jé Maar ach wat was hij in zijn schik, Och jé Van vreugde stortte hij een traan Hij zag een lief mooi meisje staan Och jé 6 x
4. En Adam sprak bonjour mevrouw, Hoezee Wilt u niet worden mijne vrouw, Hoezee Zij bloosde en lachte het lieve kind En zei, ik heb jou al lang bemind Hoezee 6 x.
5. Dat was het eerste huwelijksgeluk, Da's waar Want zonder vrouw is geen geluk, Da's waar Daarom een loflied op de vrouw Zij zijn de mannen steeds getrouw Da's waar 6 x
[strofe 2 t/m 5 uit liedschrift Jeannette van der Putten-Dings (9)]
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|