|
|
1. Een meisje ging wandelen des morgens aan 't strand Een bootje dat vlagde leiree leiree En straks was de vriend'lijke schipper ter hand Die sprak er: Schoon kind, vaart ge mee, mee, mee, Die sprak er: Schoon kind, vaart ge mee? 't Is 't rechte getij om te varen Nu de morgenzon danst op de baren Schep moed dan, schoon kind, en vaar mee. ) 2x
2. Het meisje met blosjes op voorhoofd en wang Stond peinzend aan d' oever der zee, der zee Daar klonk uit den hoge een tovergezang Daar murmelde 't zacht langs de ree ree ree Daar murmelde 't zacht langs de ree. Ga varen lief meisje, ga varen Gewiegd op de hupp'lende baren Gij voert het geluk met u mee. ) 2x
3. Maar tranen bedauwden het moederlijk oog Het scheiden, het missen doet wee, doet wee Maar troostend begon weer de zang van omhoog En luider herhaalde de ree, de ree, En luider herhaalde de ree: Ga maar varen lief paartje, ga varen, Zo gelijk van gemoed en van jaren In 't zonlicht van voorspoed en vree. ) 2x
4. Wat deed nu het meisje, het waagde de kans En blij riep de schipper: Hoezee hoezee De golfjes die droegen met vrolijke dans Hun bootje langs d' effene zee zee zee Hun bootje langs d' effene zee. Laat varen jong paartje, laat varen Gewiegd op de hupp'lende baren Doorkruist het de veilige zee. ) 2x
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|