|
|
1. Heilige nacht, heilige nacht Stralende luister weerschijnt in het duister Betlehem hult zich in schitterende gloed Engelenmonden die vrede verkonden Jubelen ons toe met een hemelse groet Op o gij christ'nen ter kribbe gezwind Liefde draagt hij die zozeer ons bemint Spoed u naar Davids stad Die God beloofd ons had Ligt daar als kind. ) 2x
[strofe 2 en 3 uit liedschrift Jeannette van der Putten (11) ]
2. Minnelijk kind, minnelijk kind Droefheid en boete leg ik aan uw voeten Daar is mijn kertsgaav' aan u in vervat U wil ik minnen met hart en met zinnen Als mijn verhevenste Goddelijke schat Buiten U is geen geluk meer voor mij Gans mijn verlangen en vreugde zijt gij Hier op de wereld reeds Wees het ook later steeds Blijvend voor mij
3. Goddelijk kind, Goddelijk kind Waar aan 't verlangen de wereld bleef hangen Tot aan de stamboom van Jezus ontsprongen Laat ons in kringen van liefde u omringen Want Uwe liefde is zo eindeloos groot Goddelijke Heiland der christenen ook Wat ons door Adams schuld eens werd ontroofd Brengt gij ons weder gij Gij maakt van schulden vrij Al wie gelooft, al wie gelooft.
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|