Home     Grasduinen     Over     Zoektips     FAQs     Disclaimer     Meertens Instituut         english

Nederlandse Liederenbank


12. PSALM 23 (2 STROFEN)
zetting van Jan Peterszoon Sweelinck (1604)

Hooft heeft acht psalmen berijmd. Dat betekent dat hij de inhoud van de Bijbelse psalmteksten in eigen woorden heeft weergegeven. Ze kunnen worden gezongen op de traditionele melodieën.
Sweelinck heeft alle 150 psalmen op muziek gezet. De Franse teksten die hij daarvoor gebruikte, zijn vaak antimetrisch: doordat de beklemtoonde lettergrepen niet altijd samenvallen met de zware tijden in de muziek, hinken ze voor ons gevoel. Sweelinck gaat doorgaans uit van de traditionele melodieën. Desondanks componeert hij de muziek zodanig dat het Franse woordaccent toch nog goed tot zijn recht komt.
Hoofts berijmingen volgen de melodieaccenten wél nauwkeurig. Zo ontstaat de paradoxale situatie, dat als we de berijmingen van Hooft op de muziek van Sweelinck willen zingen, deze lang niet altijd op elkaar blijken te passen, juist omdat beiden zich beijverden voor een goede accentverhouding tussen tekst en muziek.
In psalm 23 bleken de tekstplaatsingsproblemen met slechts enkele ingreepjes te verhelpen.

DE XXIIIe PSALM.

Mijn' hoeders zijn de goddelijcke zorghen.
Wien kan 't misgaen, die rust op sulke borghen.
De jeughd des velds plujck jck in groener wejde,
Bij frisse beeck. En God, met zijn gelejde
(Wel op mijn' ziel) mij wijst gewenschte weghen:
Als die sijn' eer daer aen laet zijn geleghen.

Al stond jck oock in naerheidt (*1) onder aerde
En in mijn licht de doodt; mij en vervaerde (*2)
Haer' schaeduw niet. Want ghij met uwe roede (*3)
Mij bijstandt doet. Des is mij wel te moede.
Ghij vult, daer 't zien de geene die mij haeten,
Met eedle spijs en dranck, mijn' taefelvaeten (*4).

(*1): duisternis
(*2): maakte bang
(*3): staf
(*4): dekschalen

Camerata Trajectina (artiest), Oren aan Hooft: Liederen en liedjes van Pieter Corneliszoon Hooft. VNM R 81002
1981
1: 12