|
|
[23] Constantijn HUYGENS - TE VOILA DONC, BEL OEIL
Onder de Franse handschriften van Huygens is onlangs een lied aangetroffen, waarvan Huygens niet alleen de tekst, maar vermoedelijk ook de muziek heeft geschreven. Hij voorzag de muziek van een begeleiding in luittabulatuur. Hij schreef het in 1619 ter ere van het afscheid van Magdalena van Egmont, Prinses van Chimay. Zij was juist hersteld van een ziekte en ging nu Den Haag verlaten. Huygens speelt met de paradox dat de genezing niet alleen vreugde veroorzaakt, maar ook leed, omdat daardoor haar vertrek mogelijk is geworden.
La bergerie de La Haye a madame la princesse De Chimay, sur sa convalescence et son depart Entrée de ballet. Te voila donc, bel oeil, au dessus du malheur Comme l'astre vainqueur D'un nuage escarté: Car que pourroijent les dieux sur la Divinité? Peusses tu nous laisser à mesure contents De tes contentements; Et qu'au bout de tes pleurs L'envie du Destin n'entamast nos douleurs! De veoir ta guarison nos forests et nos champs En vont retentissants Bien-venu soit le jour Qui te rend à ton ame et ton ame à l'Amour. Mais de veoir ton depart il n'est bois ni rocher Qui n'en vienne à pleurer, Et semble en te perdant Que nous ne voyons point Midi qu'en Occident.
Adorable Soleil, au moins si tu ne luis Qu'au point que tu nous fuis, Promets nous en fuyant Ton auguste retour au point de l'Orient.
De Haagse herders aan Mevrouw de Prinses van Chimay, op haar beterschap en vertrek. Entr'ee de Ballet.
Daar ben je dan, schoon oog, de narigheid te boven, zoals een hemellichaam een wolk terzijde schuift: Want wat de vermogen de mindere goden boven de Godheid?
Kon je ons maar even blij om jouw geluk achterlaten als dat je zelf bent, en laat het afgunstige Lot ons geen verdriet brengen nu er een eind aan jouw tranen is gekomen.
Onze bossen en velden juichen omdat ze je genezen zien; Welkom deze dag die aan jou je ziel teruggeeft en je ziel aan de Liefde.
Maar er is bos noch rots die niet begint te wenen als ze je zien vertrekken; En doordat we je verliezen lijken we het Zuiden alleen nog maar in het Westen te zien (de zon alleen nog maar te zien ondergaan).
Aanbiddelijke zon, als je alleen schijnt wanneer je ons verlaat, beloof dan tenminste bij je vertrek schitterend naar het Oosten terug te keren. | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
De muzikale wereld van Constantijn Huygens. (Muziek uit de Gouden Eeuw 3). VNM R 87005
|
1987
|
|
1: 23 |
|
|
|