|
Schoen lief ick moet u groeten Al uut mijns hertsen gront. En om mijns sins versoeten Die deerlijc ben duerwont. Want u twee schoon bruijn ooghen Die doen mijn vrucht verdrooghen Dijs blijf ick nu zeer onghesont. | |
|
Het tweetste musyck boexken VIER PARTYEN DAER INNE Begrepen zyu [!] xxviiij niewe amoreuse liedekens in onser neder duytscher talen, Gecomponeert by diversche componisten, zeer lustich om singen en spelen op alle musicale Instrumenten [...] SVPERIVS [CONTRATENOR; TENOR; BASSUS]
|
1551
|
Kraków Bibliotheka Jagielónska (in facsimile) |
f7v |
|
Transcriptie afkomstig uit het corpus (databank) Het Nederlandse Meerstemmige Lied van J.W. Bonda |