|
|
Een gilde heeft sijn deerne ter schijmaeltijt, ghebeden Die van Venus ambacht wiste den keer. Sij heeft hem noch behaecht duert dragen der leden. Dijs hij seij:"Lief wij sullen doen naer oude seden." "Noch eenen nacht en dan niet meer," Sprack tvrouken, "en die wil ik wel besteden." "Noch eenen nacht en dan niet meer, "Noch eenen nacht en dan niet ... meer." | |
|
Het ierste musyck boexken VIER PARTYEN DAER INNE Begrepen zyu [!] xxviiij niewe amoreuse liedekens in onser neder duytscher talen, Gecomponeert by diversche componisten, zeer lustich om singen en spelen op alle musicale Instrumenten [...] SVPERIVS [CONTRATENOR; TENOR; BASSUS]
|
1551
|
Kraków Bibliotheka Jagielónska (in facsimile) |
f14r |
|
Transcriptie afkomstig uit het corpus (databank) Het Nederlandse Meerstemmige Lied van J.W. Bonda |
|