|
|
HET PERTINENT EN OMSTANDIG VERHAAL, WEGENS DE DROEVIGE EN ZEER SCHRIKLIJKE HOOGE WATERVLOED Di 'er den 20 en 21 November 1776 in Holland is geweest, benevens het Doorbreken en Overstroomen van verscheide Dijken, waar door Menschen en Vee zijn omgekomen: Alsmede het verongelukken van verscheide Schepe, gelijk ons de hedendaagsche Corranten komen te melden. Breder te lezen of te zingen. Stem: O! Holland schoon
O Nederlanders allegaar, Rijk, Arrem, Groot en Kleene Komt nu te samen bij elkaar, En wilt zeer droevig weene, Want gij hebt daar wel reden toe Vermits dat God zijn Geesel-roe, In ons Land, zonder Falen, Op nieuw laat neder dalen.
Gelijk als men nu weder ziet, Helaas! met schrik en schromen, Hoe dat het Water zeer subiet, Komt over 't Land te stroomen, Heel spoedig met een groot geweld, Waar door de Beesten op het Veld In 't Water moesten smoren, Gelijk men komt te hooren.
Het Heusdes Gebied bekend, Was droog geraakt dees tijde, Nu komt het Water element, Het weer op nieuw bestrijde, En overstroomt het al zoo dra, Zoo dat de Menschen door die scha, Nu gantschelijk ter neere, Geraakt zijn op dees keere.
Haar Landen waren pas bezaaid En hoopte op goe Vruchten, Maar ach! hun menig is bekaaid, Die doet haar alle zuchten, Want deze Vruchten zijn te niet, Hetwelk haar brengt in groot verdriet, En haar doet alle klagen, Wat schrikkelijke plagen.
Bij Bodegrave heeft men desgelijk Ook groote scha bekomen, Ook is de IJsel Dijk, Doorgebroken met schromen, Geheel het Lands Gebied Is daar door gebracht in verdriet, In angst en droevig lijen, 't Is waardig te beschijen.
Maar ach nog meerder droefenis Wordt ons helaas beschreven, Dat verscheide Schepen gewis, Zeer droevig zijn gebleven, Die vol en zooi waren gelaan, Maar zijn door storm en wind vergaan En al 't Scheepvolk met schromen Elendig omgekomen.
Zij moesten mee zonder abuis, Thuis komen allegare, Maar zijn vergaan, o droevig kruis Al in de woeste Baren, Zoo dat ons land krijgt slag op slag Door Godes hand het geen men mag Met aandacht wel opmerken, En laten zonden werken. | |
|
Riemsdijk, G.A. (editeur),
De Vrolijke Kramer met Klijn Jans Pleizierig en Vermakelijk Mars-dragend HondjeBESTAANDE IN DE AANGENAAMSTE GEZANGEN OP DE NIEUWSTE EN HEDENDAAGSCHE VOOISEN OP NIEUWS OVERZIEN VERBETERD EN VERMEERDERD MET VERSCHEIDE NIEUWE LIEDEREN
|
1946
|
Amsterdam MI: 3978 Gesloten Kast: B 8 |
p103 |
|
Tekst door OCR; gecorrigeerd, maar mogelijk niet foutloos |
|