|
|
LXIII. Voorzang. Woorden van Mr. Is. Da Costa. Muziek van den Auteur.
O Jezus, die door 't bitterst lijden Voor zondaars 't leven hebt verdiend! Wel mag ook ons hart zich verblijden, Omdat uw naam is Kindervriend! Ja! uit den mond der zuigelingen Hebt ge U de lofspraak toebereid! Leer ons dan blijde mede Zingen Van uw genade en heerlijkheid!
2. Om U te prijzen, dienen, eeren, Vernieuw ons 't kinderlijk gemoed! Schenk ons een zegen bij het leeren! Blijf die ons weldoen, mild en goed! Bekwaam ons eenmaal hier beneden Elk voor 't hem toebedeelde werk, Vooral tot levendige leden Van uwe vrijgekochte Kerk!
3. Gij vondt in 't zwakke welbehagen O! zie ook ons ontfermend aan! En 't geen wij psalmend van U vragen, O! doe Gij zelf ons dat verstaan! Ons staamlend bidden heeft geen waarde, Toch hebt Ge ons gunsten toegezeid! Gij! zelf een kind voor ons op aarde, Gij God met ons in eeuwigheid! | |
|
Schrijver van De mensch en de dieren (auteur),
[Liefde, Jan de] (auteur),
ZANGSTUKJES VOOR SCHOLEN EN HUISGEZINNEN. EERSTE STUKJE. VIJFDE DRUK.
|
[1895 c.]
|
|
p74 |
|
Gecorrigeerde OCR |
|