|
|
6. Daar liep een meisje langs de straat Al met een mand vol eieren. Tiralderietsie, Tiraldera, Tiralderietsie, Tiraldera.
[p14]
Zoo liep ze alle straten rond, Of ze ook wat verkoopen kon, Tiralderietsie, Tiraldera, Tiralderietsie, Tiraldera. Ze nam een meisje uit den kring, En zegt, sta jij eens even stil! Tiralderietsie, Tiraldera, Tiralderietsie, Tiraldera. Ze gingen samen naar Rotterdam, En kochten daar een boterham. Tiralderietsie, Tiraldera, Tiralderietsie, Tiraldera. Ze gingen samen weer naar huis, En gingen zitten bij ' t fornuis. Tiralderietsie, Tiraldera, Tiralderietsie, Tiraldera. Ze namen afscheid van elkaar, En met een kusje was 't afgedaan. Tiralderietsie, Tiraldera, Tiralderietsie, Tiraldera. | |
|
Mourik, J. van (samensteller),
KINDERSPEL EN KINDERLUST[:] VERDWIJNENDE VOLKSPĂ–EZIE TER VERRIJKING ONZER FOLKORE VERZAMELD DOOR [...]
|
1931
|
|
p13 |
|
Gecorrigeerde OCR (2019) |
|