|
|
[Godsdienstige liederen]
[21] T'SAMEN-SPRAECK TUSSCHEN DEN GEESTELIJCKEN BRUYDEGOM EN DES SELFS BRUYDT
A DIALOGUE BETWEEN THE SPIRITUAL BRIDEGROOM AND HIS BRIDE A mystical dialogue between Jesus and the church, which he addresses as his 'turtledove.' The church is in great distress, and only Jesus can comfort her and save her from ruin. The melody, Caccini's famous aria Amarilli mia bella, emphasizes the love metaphor.
Mystieke dialoog tussen Jezus en de kerk, die hij als zijn 'tortelduifje' aanspreekt. De kerk verkeert in grote nood, alleen Jezus kan haar troosten en redden van de ondergang. De melodie, de beroemde aria van Caccini, Amarilli mia bella, sluit nadrukkelijk bij de liefdesmetafoor aan.
t'Samen-spraeck tusschen den Geestelijcken Bruydegom en des selfs Bruydt, te weten de Heere Christus, en zyn Kerke. Stemme: Amarilli mia bella. Christus: Tortelduyfje, mijn beminde, Die van alle kant gejaeght Vlucht als een hinde; Doch soo ick dickmael vinde, Uw herte knaeght Oock wel geheele nachten; Ey matig uwe klachten, Dat u geen druk of wanhoop en verslinde, Tortelduyfje, Tortelduyfje, Tortelduyfje, mijn beminde. De Kercke: Eenigh Trooster aller zielen, Doot en hel met al haer macht Zijn op mijn hielen, En willen my vernielen: Heb doch eens acht Op al mijn droevigh kermen, En wil my doch beschermen Voor al die om mijn swakke leden krielen, (*1) Eenig Trooster, eenig Trooster, eenig Trooster aller zielen. Christus: Sunamite mijn vriendinne, (*2) Al maeckt het uw lijden droef, Weest koel van sinne; 't Is uyt oprechte minne Dat ick u proef: Geen krachten van der hellen, Geen doot en kan u quellen. Gy zijt mijn erf (*3) oock van den aenbeginne, Tortelduyfje, dochter Zions, Sunamite mijn vriendinne. De Kercke: Ziel-verlosser, mijn verlangen, Ick ben lang des werelts sat. De tranen hangen Staegh op mijn droeve wangen! Ach, siltig nat! Wanneer sal 't doch eens wesen Dat ick, van druck genesen, Mijn God, mijn Heyl, mijn Schepper sal omvangen, Eenig Trooster, Opper-hoeder, Ziel-verlosser mijn verlangen?
(*1): krioelen (*2): aanduiding van de geliefde in het Hooglied (*3): erfenis
Giulio Caccini's melodie naar J.B. Stalpert van der Wielen, Extractum catholicum (Leuven 1631).
Translation: Ruth van Baak Griffioen | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Jacob Cats (1577-1660): Klagende Maeghden en andere liederen. GLO 6063
|
2008
|
|
1: 21 |
|
|
|