Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


[3] BISTU EEN CRIJGHER OF BISTU EEN BOER? (AL 13)

Een rijke boerenzoon wordt geronseld voor het leger. Het soldatenbestaan lijkt Hansken erg stoer, maar de wereld buiten de boerderij valt hem vies tegen. Als hij tijdens de overtocht zeeziek wordt, wil hij al weer naar huis, terug achter de ploeg - nog voordat er één schot gelost is! Lied uit het Nederduits.

A rich farmer's son is called up into the army. A soldier's life seems fine and dandy to Hansken, but the wofd beyond the farm gate does not suit him at all. He becomes seasick on his first crossing and wants to go home and get behind the plough - before one shot has even been fired! From the Low Dutch.

Een oudt liedeken

'Bistu een crijgher oft bistu een boer?
Hoe siedy uut uwer cappen so soer! (*1)
Wildy een crijschman zijn,
So neemt vijfhondert gulden met u-
den crijch sal ic u leeren!'
 
Hansken swoer eenen dieren eet:
'Al waert mijn vader ende moeder leet,
Den crijch en sal ic niet laten.
Ic wil gaen ruyten, (*2) roven, stichten brant, 
Al op des heeren straten.' (*3)
 
Hansken dede zijns selfs raet: (*4)
Hi vercocht caf ende haveraet, (*5)
Hi woude al na den crijghe.
Corte cleyderen dede hi aen
Al na die ruytersche ghijse. (*6)
 
Hi clopte voor een schipmans dore.
'Bistu daer binnen so coemter vore
Ende voert mi ouer twater.
Ic ben een rijck boermans sone,
Den crijch en can ic niet gelaten.'
 
Die schipper was een goet gesel.
Hy voerde hem over twater snel.
Dat water was ongeduere.
'Rijck God, waer ic tsoheyme gebleven,
In mijns vaders schuere!'

Doen Hansken quam ter halver zee,
Sijn hooft dede hem so wee.
Den coop was hem berouwen.
'Rijck God, waer ick tsoheyme ghebleven,
Mijn vaders acker woude ick bouwen!'

Doen Hansken over dat water quam,
Een scram in sinen beck dat hi vernam: (*7)
Doen wast hem seer berouwen.
'Hadde ick den ploechsteert metter hant
Mijns vaders acker soude ick wel (*8) bouwen!'


(*1): Wat kijk je zo zuur uit je boerenkap!
(*2): plunderen
(*3): op de openbare wegen
(*4): eigen raad
(*5): al zijn bezittingen
(*6): gewoonte der soldaten
(*7): hij merkte dat hij een schram op zijn smoel had
(*8): zonder mopperen

Camerata Trajectina (artiest), Egidius Kwartet (artiest), Het Antwerps liedboek 1544 = The Antwerp songbook. GLO 6058
2004
1: 3