|
|
[15] IK DRINK DE NIEUWE MOST
Liedeken van den nieuwen most Melodie: Van Sylvia
Ik drink den nieuwen most, 'k En vraag niet wat hij kost, 't Is mij al eens als ik hem drinken mag, Als ik mijn liefste heb op mijn gelag, 'k En vraag niet wat zij doet, Want haar lief wezen valt mij al te zoet, 't Is mij al eens als ik aanschouwe, Haar vriendelijk gelaat, Dat mij zo wel aanstaat
Haar oogskens als kristal, Hebben mij menigmaal, Mijn ziel gekwetst, mijn jeugdig hert doorwond, En mij gekost zo menig honderd pond, Haar borstjes leliewit, Dede mij dikwijls zeggen liefste zit, Doet mij de eer mijn zoeten engel, Zit neder hier bij mij, En laat ons wezen blij.
Heer weerd brengt ons zeer ras, Een vers gespoeld gelas, En daarbij enen pot met rijnse wijn, Daar toe moet een schotel suiker zijn, Brengt ons een kaartenspel, Want ik moet spelen met mijn Isabel, Eerst een piket, eens fraai gedronken, Ende daar naar gespeeld, Eer ons den tijd verveelt.
Datum opname: 17 november 2003 Zang: Nico van der Meel Muziek: René Meeuws (draailier) Tekst: 17e-eeuws lied, voor het eerst overgeleverd op een liedblad met 2 liedjes, gedrukt door Van Paemel te Gent, begin 19e eeuw (KB 11A47 037-002, strofe 1-4). Melodie uit de mondelinge overlevering, naar Fl. van Duyse, Het oude Nederlandsche lied I ('s-Gravenhage, 1903).
| |
|
Fosko, Bob (artiest),
Meel, Nico van der (artiest),
Grootel, Suze van [e.a.] (artiest),
De kist van Pierlala: straatliederen uit het geheugen van Nederland. GLO 6057
|
2004
|
|
1: 15 |
|
|
|