|
|
M vraagt G of ze ooit het liedje geleerd heeft van Als m'n vader en m'n moeder naar de kermis gaan. G zingt het meteen:
Als m'n vader en m'n moeder naar de kermis gaan O ja, ja zo Dan komen zij niet thuis voor des avonds laat O ja, ja zo Falderie faldera faldehopsasa Falderie faldera faldehopsasa O ja, ja zo.
G: Dat is een dansje. M: Heb je dit op de kleuterschool geleerd? Waar heb je dit geleerd? G: Ik denk op de kleuterschool. En dan leerde ik het aan moeder en dan zongen wij het samen. M: Heb je dit ooit vaker teruggehoord in je leven? G: Mijn kinderen kennen het niet. | |
|
Opnames gemaakt in de Utrechtse wijken Lombok en Transvaal, 1998
|
1998
|
|
|
|
Transcriptie en evt. annotatie/commentaar door veldwerker Marie van Dijk, 1999-2004 |
|