|
|
Jacobus Hendrikus (Koos) Speenhoff 1869-1945 tekst en melodie.
De melodie van de dames is een andere, nog niet geïdentificeerd.
1. Er was eens een haveloos ventje. Dat vroeg aan zijn moeder een broek De moeder verdiende geen centjes En vader was wekenlang zoek
2. Ach moeder toe geef mij geen standje Ik heb in mijn broekje een scheur De jongens op school roepen Jantje Je billen die zien wij erdeur
3. De moeder benard van de zorgen Zat wenend en stil in een hoek Niemand die een lapje kon borgen En toch vroeg haar Jantje een broek
4. Toen heeft ze haar rok uitgetrokken De enigste die zij nog had En maakte van stukken en brokken Een broek voor haar Jantje, haar schat
5. Nu konden ze hem niet meer plagen Zijn billen die waren niet bloot Maar eer hij zijn broekje kon dragen Was moeder van narigheid dood
Ze stierf van het sjouwen en slaven Vervloekt en verwenst door haar man Toen Jantje haar mee ging begraven Toen had-ie zijn broekje pas an.
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|
© 2024 KNAW/Meertens Instituut