Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


1. 't Is winteravond, ieder verveelt zich dra
Veel volk ziet men toch rustig naar de cinema
Maar in een huisje vol geween
Bleven twee knaapjes gans alleen.
De moeder zonder zorg, zij hield zoveel
Van het plezier, en was ook weer naar het toneel.
Zij dacht niet aan haar kinderen klein
Of die soms in gevaar kunnen zijn.

Refrein:
Moedertje zoet, klonk het eenzaam in de nacht,
Moedertje zoet, wij zijn hier bijna versmacht
't Brand in ons huis, red ons van een wrede dood!
Maar hunne klacht werd niet gehoord.

2. De lampen in de cinema waren vol licht
En een ieders ogen waren naar de schijn gericht
Het speelde van een groot gevaar
Een huis in brand dat zag men daar
En de arme knaapjes zag men in 't vlammende vuur
Om hullep vragen maar het was hun laatste uur
De ouders die afwezig zijn
Dachten niet aan hun kinderen klein

Refrein.

3. De moeder die haar kinderen liet 's avonds alleen
Vlucht door het volk en zag van schrik niet om zich heen
Zij dacht hetgeen ik hier bespeur
Kan ook bij mij wel zijn gebeurd
En in de straat zag zij veel volk tesamen staan
In hare woning was dus waarlijk brand ontstaan
Zij vroeg naar hare kinderen teer
Maar 't was te laat, zij zijn niet meer

Slotrefrein:
Door mijne schuld, klonk het eenzaam in de nacht,
Door mijne schuld, maar 't is te laat!
Ach moeders, laat uw kinderen nooit alleen,
Want zij die het plezier verkoos, werd zinneloos.

De derde strofe is overgenomen uit het liedschrift van Jeannette van der Putten-Dings [22]. In het liedschrift van Anna van Gog-Dings [16], waarin het lied ook staat, wordt als datum 25 November 1934 vermeld.

Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
[1991-1999]