Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database



1. Goede vriend ik laat u weten
Hoe het in mijn huwelijk gaat
't Is een huwelijk zonder reden
Dat mij vreselijk tegenstaat

Refrein:
Het is gedaan, het is gedaan
Zo te trouwen zijn geen profijten aan
Het is gedaan, het is gedaan
Ik wil nog liever de koning dienen gaan

2. Ik weet het beter bij mijn kuiten
Lang ben ik mijn huisplaats moe
Kon ik maar mijn vrouw verkopen
Graag gaf ik duizend gulden toe

Refrein

3. Dertig gulden geef ik weeklijks
Zonder korting aan mijn vrouw
Bovendien moet ik nog trekken
Nacht op nacht aan 't wiegentouw

Refrein

4. Doe ik het niet dan krijg ik spoedig
Op mijn falie met de tang
Of ze zet haar scherpe nagels
In mijn neus of rechterwang

Refrein

5. Luiers die niet erg bevuild zijn
Moet ik spoelen voor mijn vrouw
Of ze slaat mij dat 't een lust is
Met een stevig eindje touw

Refrein

6. Of ze vloekt gelijk een Noorman
Alle duivels uit de hel
Of van vuur* vergaande kwaadheid
Springt ze bijna uit haar vel

Refrein

7. Ik werk voor haar tot aan den avond
En begin steeds 's morgens vroeg
Al wat zij mij geeft te eten
Is zeer slecht en nooit genoeg

Refrein

8. Meestal gort gekookt in water
Zonder boter zonder stroop
Witte bonen zonder spekvet
Zonder jus of zure kool

Refrein

9. Vleesch en spek ben ik lang vergeten
Dat wordt mij nooit voorgezet
Daarom ben ik ook zo mager
Ik die eertijds was zo vet

Refrein

10. Maar waar blijven zult gij vragen
Hare dertig gulden dan
Vrienden en ik zal het u verklaren
Richten als een eerlijk man

Refrein

11. Mooi gekleed gaan als een dame
Daar is zij zeer opgesteld
Kleed op kleed zich aan te schaffen
Kosten haar een handvol geld

Refrein

12. Dure kleedjes, fraaie laarsjes
Fraaie kraagjes en zoo voort
Kosten haar een handvol duiten
Foei is dat niet ongestoord* *lees: ongehoord

Refrein

13. En haar zoontje nog geen jaar
Drilt zij op zoveel zij kan
Mijne kleeding die is zeker
Niet van een fatsoenlijk man

Refrein

14. Een overhemd mag ik niet dragen
Om mijn hals ook nooit een boord
Ik loop met ongestopte kousen
Scheur in mijn hemd steeds dagelijks voort

Refrein

15. Kon ik maar mijn vrouw verkopen
In het vrolijk Amsterdam
Kon ik haar naar de markt gaan brengen
Gelijk een koebeest of een lam

Refrein

[strofe 2 t/m 13 uit liedschrift Anna van Gog-Dings (1930-1935) (7)
strofe 14 en 15 uit liedschrift Jeannette van der Putten (11)]

*aldus in schrift nr. 7; in schrift nr. 11 is de v met een p overschreven.



Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
[1991-1999]