|
|
1. Hij zwoegde dag in en dag uit op fabriek Zijn geest was versuft en zijn lichaam was ziek Thuis wacht de moeder, de vrouw van het gezin Want buiten de vader bracht niemand iets in Refrein : Moeder niet huilen 't wordt beter misschien Moeder ik kan er uw tranen niet zien Ik heb nooit geweten en 't doet mij zo pijn Dat 't loon na de arbeid zo bitter kan zijn
[strofe 2 t/m 6 overgenomen van los blad, geschreven door Anna van Gog-Dings]
2. Tot eens op een dag hem de werkbaas ontbood Met tientallen van anderen ontslagen uit nood Geen smeekbeden hielpen, de noodzaak was wreed En thuis bracht die boodschap een wereld van leed
Refrein.
3. Zij hebben hem dan op zijn misdaad betrapt Hij had uit een winkel twee broden gejat Toen moeder de vrouw hem bezocht in zijn cel Toen sprak hij wees sterk vrouw, de tijd gaat zo snel
Refrein
4. Nu leeft zij op kosten van het armen bestuur Daar wacht zij gelaten op haar stervensuur Haar kinderen die kijken naar haar niet meer om En uren zit zij daar gelaten en stom
Refrein
5. Maar ach toen hij thuiskwam vond hij haar niet meer De dood vond haar lichaam zo zwak en zo teer Een kruis op het graf op de plaats waar zij lag En snikkend zei hij haar voor het laatst haar gedag
Refrein
6. De eenzame zwerver gebroken door leed Waardoor hij een ploeterend leven versleet Aan het sombere graf zonk hij biddend neer Mijn schat in de hemel daar zie ik je weer
Refrein. | |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|