Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database



1. O gij die nooit gebrek of armoe kende
Van jongs af aan aan weelde en vreugd gewoon
Nooit leefde hier in rampspoed en ellende
Gij roept vaak uit wat is het leven schoon
Maar o akelig lot is mij op aard beschoren
Ik word gekweld door kommer en verdriet
O grote god gij trooster van de armen

Refrein:
Vergeet, o nee, vergeet de werkman niet 2x.

[strofe 2 t/m 5 van los blad, geschreven door Anna van Gog-Dings]

2. Een stukje brood en ik strerf bijna van honger
Zo smeekt een kind van pas acht jaren oud
Een knaapje nog van twee of drie jaar jonger
Roept vaderlief 't is hier zo bitter koud
Geen brood geen vuur om hem iets te verwarmen
Geen dagelijks brood en het lijden is zo groot
O grote God. Gij trooster van den armen

Refrein.

3. Kom treed met mij die gindse woning binnen
Daar vond men armoe droefheid en geween
Wat gaan die arme lieden nu beginnen
Aanschouw die man, hij is geen dronkaard meer
En weinig is er slechts zijn verlangen
Gij die het zoets genot in zijn boezem giet
Om hun geluk en lijden te verzachten

Refrein.

4. Aanvaard het lot van hen die moeten zwoegen
Tot nut en welzijn van de maatschappij
Een goede dood schenkt hun het meest genoegen
Voor hen een rust en zijn ook tevens blij
Geen brood geen vuur om hen iets te verwarmen
Geen dagelijks brood en het lijden is zo groot
O grote God gij trooster van de armen

Refrein.

5. Wat baat het geld, het nietig slijk der aarde
Voor hen die het in overvloed bezit
Geen vreugd of heil den arme hier vergaarde
Van hen die op zijn goud en geldkist zit
Daarom doe wel, gedenk steeds aan de armen
Want ook uw loon ligt later in het verschiet
Schenk hen ook brood, wil hen bij kou verwarmen

Refrein.

Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
[1991-1999]