|
|
1. Zie de leliën op het veld, Zie hoe schoon zij bloeien! Wie deed haar van zorgen vrij Daar zo heerlijk groeien? Wie gaf haar die stille pracht Wie dat kleed zo rein zo zacht |: Zonder zijns gelijke? :|
2. God de Heer riep u uit d'aard, Deed zo blij u tieren, Hij gaf u dat schone kleed Dat gij d'aard zoudt sieren; Dat gij ons bij zorg en smart Met een stil gelovig hart |: Leert op Hem vertrouwen. :|
3. O, verblijdt u dan mijn hart! Werp op Hem uw zorgen, Die na droeve winternacht Roept de lentemorgen; Die voor ons in lief en leed Die de bloemen niet vergeet |: Is mij ook een vader. :|
Anna van Gog-Dings (Opn. 09-09-93) 2: 3 - 7 en 3: 1 - 2 uit liedschrift Guillaume Dings (oom).
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|