|
|
1. In 't verre Transvaal, Zuid Afrikaanse land Is een bloedige strijd voor de vrijheid aan brand* *ontbrand? Voor 't redeloos zoeken, het heilige plek Ben ik veel liever dood, als een engelse knecht
2. Ook jeugdige knapen, die melden zich aan Om mee met die dapperen ten strijde te gaan 't Zijn allemaal jongens van 't echt boerenbloed Met fonkelende ogen, heldhaftige moed
3. Och vader, ik smeek 't u, vervul toch mijn wens Neem mij mee naar 't leger, neem mij mee naar de grens Gij leerde mij schieten en richten 't geweer Gij leerde mij kennen, mijn trots, mijn eer
4. Ach Pieter gij zijt nauwelijks dertien jaar Uw moeder die vreest voor haar lievelings gevaar Wie zal haar beschermen, als ze thuis blijft alleen Uw broeders zijn allen naar 't slagveld al heen 5. Ach vader niet meegaan is voor mij een kruis Zus Antje blijft immers bij moeder te huis Gij weet hoe zij zucht, van smart en verdriet Als gij thuis blijft weren de zwarten zich niet
6. In de ogen van vader daar fonkelt een traan Haal aanstonds uw paardje en laat ons dan gaan Zeg moeder en zusje en allen vaarwel Het afscheid moet kalm zijn, kloekmoedig en snel
7. Reeds lag onze Pieter in moederliefs arm Zij geeft hem een afscheidskus teder en warm Zus Antje die steekt hem een veer op zijn hoed En zegt lieve Pieter en mik nu maar goed
8. Het was op een eiland, op een schemerige dag Daar woedde een hevige bloedige slag Wel vierduizend Britten bestormden het strand Een handjevol boeren, die hielden daar stand
9. De strijd is gedaan op 't bloedige veld Daar lag menig Brits en ook boerenheld Een Engels kapitein die de ronde daar doet Zoekt of hij niet een zijner vrienden ontmoet
10. Wat zag men daar ginds in die golvenschaar Een man met een sneeuwwitte baard en ook haar Een reus van gestalte, een echte germaan Een held die zo menig, geslacht heeft doorstaan
11. Zijn borst is doorstoken en hij ademt zwaar Zijn oog dat dwaalt zoekend, nu hier en dan daar Terwijl dan de vreemdeling zich over hem buigt Spreekt hij zuchtend een woord, dat ziel en hart doortijgt
12. Met mij is 't gedaan, 't is geen hulp die ik vraag Ik sterf voor de vrijheid en dat doe ik graag Maar er is nog een kind, dat strijdt als een man Ach breng het eens hier, indien het nog kan
13. Een klein endje verder lag Pieter reeds dood Met vader getroffen door 't moordende lood In zijn arm het geweer, zijn trots en zijn eer Maar in zijn patroontas, geen kogeltje meer
14. Hij neemt Pieter op, zo koud en zo bleek Zodat hem het harte van smart haast doorbreekt En naast hem daar lag de sierlijke hoed De veer van zus Antje bevlekt met zijn bloed
15. Nu Pieter gij wildet, van mij niet af Nu rusten wij samen in 't zelfde graf En zolang als god en de wereld bestaat Zal hij zeker zegenen zijn Transvaalse staat
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|