|
|
[strofe nr. 1 van los blad, uitgeschreven door Anna van Gog-Dings]
1. Wat hoort men in dit rustig land Wat wordt er nu gedaan Men hoort van niets dan tegenstand Onschuldigen neer te slaan Het is gelijk ja arm of rijk Iedereen wordt er wreed door verstoord Want men moet vluchten al gelijk Of men wordt nog dadelijk vermoord Het is voor den Duitsman Dat men moet vluchten gaan Omdat hij veel vrouwen en kinderen zoet Onschuldig sterven doet
2. Het was op een rustige nacht Een ieder lag goed in de slaap Toen werd er ene brief gebracht En weldra stond ieder op straat Men zag de man en ook de vrouw En ook kleine kinderen staan In diep geween met 't hart vol rouw Dat vader naar 't slagveld moest gaan De vrouw sprak lieve man 'k Kan dat niet meer uitstaan Dat ik alzo met mijn kinderen alleen Hier blijf in het geween
3. Ach vrouwtje lief heb goede moed En vreest voor geen gevaar Dat God er maar zijn best mee doet, 't Onschuldig bloed bespaar'. Draag zorg voor u en kinderen klein Alles zal passeren zeer zacht Als wij weer komen onverwacht Dan zullen wij gelukkigen zijn Wij staan als strijders klaar Voor onze koning Albert Om dat hij staat aan het hoofd van den troep Vergieten wij ook ons bloed
N.B. str. 3 r. 7-8 moeten eigenlijk andersom (zie rijmschema).
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|
© 2024 KNAW/Meertens Instituut