|
|
1. Ik zou laatst met mijn kleine zus Al om een boodschap gaan Toen we ergens in een drukke straat Een meisje zagen staan Dat meisje zong zo lief en schoon Een vrolijk aardig lied Maar wat ze nu wel eigenlijk zong Ja dat verstond ik niet Zij, zij, zij zong maar van:
Heidi, loekida sjoemela di roedeldidelda Heidi loekida sjoemela di roedeldidelda Sa sa sa roedeldidelda, ja ja roedeldidelda Sjoemela di roedeldidelda, ha ha ha ha Roedeldida ha ha, roedeldida ha ha Sjoemela di roedeldidelda ha ha ha ha.
[2e strofe niet op band; genomen uit liedschrift]
2. Ik zag haar nog een keer of wat En hoorde 't deuntje aan Maar ach, hoe scherp ik luisteren mocht Ik kon haar niet verstaan Misschien was zij geen Hollands kind Of sprak ze een vreemde taal Ik dacht, ik zal 't wel nooit verstaan Al hoor ik 't duizendmaal Ik, ik, ik hoor maar van: Heidi, loekida sjoemela di roedeldidelda enz.
3. Moet ik voor moe een boodschap doen Dan zing ik 't onder 't gaan En als ik 't uitgezongen heb Dan begin ik van voren af aan Ja somtijds hoor ik in mijn droom Deez stem zo lief en zacht 't Is net of ik het deuntje hoor In 't midden van de nacht Ik, ik, ik hoor maar van: Heidi, loekida sjoemela di roedeldidelda enz. | |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|