|
|
1. Van 't ouderlijk huis te moeten scheiden Dat deed als kind mij 't hart zo zeer Op 't pad dat door den vreemde leidde Vernam ik mijn moeders taal nooit weer. Ofschoon de maalstroom van het leven Mij van mijn land steeds verder drong Is niets zo dierbaar mij gebleven ) Als 't lied dat mijne moeder zong. ) 2x
2. Toen ik als kind van spelen moede Mij vlijde tegen moeders schoot Haar lied voor kinderleed mij hoedde En 'k moegeluisterd d' ogen sloot. Heb 'k steeds ontwaard hoe diep de wijze Mij in 't gevoelig harte drong Nog heugt nu reeds mijn haren grijzen ) Mij 't lied dat mijne moeder zong. ) 2x 3. Vaak roep ik nog in mijn gedachten Dat lied vol vreugd en zoet geneugd Bij somb're dagen, donk're nachten Vervult het mij met reine vreugd. Doch dra het noodlot kwam genaken En mij tot zorg en strijden dwong Heb ik verkwikking mogen smaken ) In 't lied dat mijne moeder zong. ) 2x
4. O, moog' dat lied mij steeds omzweven Vergezellen op mijn pelgrimsbaan Totdat ik scheide uit dit leven En voor des Heren troon zal staan. Laat op mijn graf geen lijkkoor klagen Geen dodenklok met stalen tong Zing mij op mijne uitvaartdagen ) Het lied dat mijne moeder zong. ) 2x
| |
|
Dames Dings: opnamebestand (Anna van Gog - Dings en Jeannette van der Putten - Dings)
|
[1991-1999]
|
|
|
|
|
|
© 2024 KNAW/Meertens Instituut