|
|
1. "Aan bakboord in en stuurboord uit, Weg met dat nietig graan". Zo prak een weduwe in Sameet Met peerlen overstikt gekleed Vergramd een zeeman aan.
2. Niet één uit het schatrijk Stavere Zo mateloos als zij. Haar schepen ploegden elke zee En voerde voor de verste zee Steeds nieuwe schatten mee.
3. Nu beval ze eens in grille trots: "Nu brengt mij van het Noordse strand Mij 't edelste wat uw oog aanschouwt. Geen dure prijs die mij onthoudt; Ga, dien mij met verstand.
4. Toen had de scheepsvoogd lang gewikt Bij 't onbeslist besluit. En op het laatste wat zou er boven graan In glorie van het noord-oosten gaan Zou twijfelen had uit. | |
|
Onder de Groene Linde: opnamebestand
|
[1950-1986]
|
Amsterdam MI: OPN OGL |
|
|
Transcriptie door Simon Groot naar afschrift NVA. |
|
© 2024 KNAW/Meertens Instituut