Home     Content     Browsing     Search Tips     FAQs     Progress     Disclaimer     Meertens Institute         dutch


Dutch Song Database


1. Het vrijen is algemeen,
Dat ziet men alle dagen
In de stand van groot en klein,
Men wil in de liefde zijn.
Waar vindt men meer behagen
Als in de boerenstand
Een kansje toch te wagen
Want het vrijen is plezant.
En Sus heeft het ondervonden,
Sus heeft het ondervonden
Want to zijn groot affront
Werd onze Sus ene boterhond.

2. Een flinke boerenmeid
Die kwam hij dikwijls plagen,
's Avonds één uur en tijd
En Katrien werd moegevrijd.
Het begon de boer te vervelen,
Hij sprak z'n dochter aan:
Ik wil een kansje spelen
Als je mij maar wilt verstaan
Want het kan zo niet blijven duren,
't Kan zo niet blijven duren.
Als God mij laat gezond
Maak ik van Sus ene boterhond.

3. Eens op een avond dan
Kwam Sus zijn lief weer spreken.
De boer was boos en kwaad,
Hoor hoe het spel nu gaat.
Katrien die sprak al zuchtend:
Sus hou je stil en stom,
Binnen weinige minuten
En dan kom ik wederom
En kruip in de botermolen,
Kruip in de botermolen,
Sus kroop er in terstond,
Zo werd Sus ene boterhond.

4. Hij had daar alreeds lang
Op Katterien staan wachten,
De boer nog boos en kwaad,
Zie hoe het verder gaat.
Men deed de molen draaien
En Sus moest lief en leed
Zo hard de wind kon waaien
Toch maar lopen dat hij zweet.
Want voor hem was geen genade,
Voor hem was geen genade
En Sus moest lief en leed
Toch maar lopen dat hij zweet.

5. En 's avonds om hallef tien
Toen werd hij er uit gelaten.
Hij sprak: m'n lieve Katrien,
Nu zul je me nooit meer zien.
Had ik het maar geweten
Dat gij zo vals bestaat,
Ik kan dit nooit vergeten
Maar het is nu toch te laat.
En ik daver op m'n benen,
Ik daver op m'n benen,
Ik val haast op de grond
Van het boteren gelijk een hond.

Onder de Groene Linde: opnamebestand
[1950-1986]
Amsterdam MI: OPN OGL

Transcriptie door Simon Groot naar afschrift NVA.