|
|
O, dag van pracht en zonneschijn Al woei de herfstwind door de dreven Te wand'len was het pracht en fijn Men zag veel mensen op haar[?] wegen In 't vrije veld zich voortbewegen.
In 't stil en eenzaam Beilderveld Nabij het dorpje Spier gelegen Daar wand'len, zo de kranten meldt Een teder meisje op haar wegen En kwam een moordenaar haar tegen.
Een teder meisje van tien jaar Gelijk men ons ging mededelen Zou bij haar in de buurt aldaar Met haar vriendinnetjes gaan spelen Schoon ook de vogeltjes lustig kwelen.
Het kind vol moed en levenslust Denkt aan geen kwaad dat dra zal komen Eenieder die er is bewust Heeft zij de wrede hand vernomen Waardoor haar jeugdig bloed zal stromen.
Met woest onteerbaar gruwelijk daad Ging de moordenaar zijn wellust stillen Wellicht zag hij nu zeer voldaan Het arme schaapjes lichaam trillen Daar stervende door zijne gillen.
Haar ouders van geen kwaad bewust, Maar toen de avond nu kwam dalen Werden haar ouders zeer ongerust En zou de vader haar gaan halen Bevreesd dat zij kwam te verdwalen.
De arme ouders leden smart Toen zij haar liev'ling wedervonden Dat begrijpt een ieder mensenhart Onteerd, bedekt met vele wonden Hebben zij haar in een sloot gevonden.
O, wrede hand der moordenaars Vraagt gij om ene mensenleven Uw straf is spoedig voor u klaar Wij hopen voor geheel uw leven Wij hopen voor geheel uw leven.
O, diep bedroefde ouderpaar Gij die uw kind moest grafwaarts dragen Door zulk een woeste moordenaar Maar God Zal ook uw lijden dragen Wilt hulp en steun bij Hem gaan vragen. | |
|
Onder de Groene Linde: opnamebestand
|
[1950-1986]
|
Amsterdam MI: OPN OGL |
|
|
Naar opname. MdB 2021 |
|