|
|
[15] Kom laat ons geen genuchten sparen De godin van de landbouw, Ceres, voegt zich bij Bachus, met wie zij in tijden van vrede een onafscheidelijk duo vormt.
Come, Let Us Spare No Joy Ceres, the goddess of agriculture, joins Bacchus, with whom she forms an inseparable duo in times of peace. Now that the vineyards and fields are blooming again, there will soon be wine and bread again and their good friend Venus can return.
Bachus: Kom, laat ons geen genuchten sparen, En spreken van geen droeffenis. Ceres: Laat ons all' onlust laten varen, Nu ons de Vrêe geboren is. Bachus: Wy zien de wreden oorlogh enden, Daar liefde ons in de plaats bekoort. Ceres: De Gôon, geraakt door onz' ellenden Ten lesten, hebben ons verhoort. Bachus: De beker zal van wyn weer vloeyen. De wyngaart bot veel schooner uit. Ceres: Hoe heerlyk zal nu 't koren bloeyen! Geen honingdauw verstikt het kruid. Bachus: Kom latenw' onze gaven mengen. Schaf gy het brood, ik schenk de wyn. Ceres: Dat zal ons Venus wederbrengen, Want zonder ons wat zouze zyn? Bachus: 'K zie reets de rozen op haar wangen, Ontvonken met een schooner gloet. Ceres: Kom Venus, boet nu ons verlangen, En overstroom ons met uw zoet. Ceres en Bachus: Kom Venus, boet nu ons verlangen, En overstroom ons met uw zoet. Bachus: Laat eindelyk Bellone varen, Zy scheide ons lang genoegh van een. Ceres: Gebruiken wy 't vermaak der jaren, En smeltenw' in aanminnigheên. Bachus: Juicht Harders, en gy Harderinnen, Dien nu geen kryg, maar min verteert. Ceres: Het staat u weder vry te minnen Met zoo veel lust, als gy begeert. Bachus en Ceres: Het staat u weder vry te minnen Met zoo veel lust, als gy begeert.
Translation: Ruth van Baak Griffioen | |
|
Camerata Trajectina (artiest),
Carolus Hacquart: De triomfeerende min = The triumph of love [1678]. GLO 6069
|
2012
|
|
1: 15 |
|
|
|