|
|
Liedeken op de voijs: Pour l'amitiƩ
1. geen houwlijckx band en sal mijn sinnen oijt bekooren geen houwelijckx band krijgt op mijn sinnen d'overhand Ick kan wel somtijts lachen hooren maer ick spel mij dees les te vooren geen houwelijckx band
2. Een vrij gemoedt en wilt dwinghlandij verdraghen een vrij gemoedt sigh selven in geen banden doet ick haet en vlucht de nieuwe lagen die onder schijn van liefde plagen een vrij gemoedt
3. Van duijst niet een die sich door d'hoope lieten streelen van duijst niet een die in het houw'lijck sijn getreen hoe seer dat sij hun qualen heelen die soo veel lacchen als sij queelen van duijst niet een
4. Een kleen vermaeck maer opgevolght van duijsent sorgen een kleen vermaeck maer die t'doorgrond' vind in die saeck veel tegenheijd en pijn verborgen die volghen eer den dagh van morgen een kleen vermaeck
5. Best sonder dwanck te doen en laten na begeeren best sonder dwanck te zijn sijn leven dagen lanck als sigh te laeten over heeren en in verdriet sijn jeught te keren best sonder dwanck
6. De soete min waertoe dat alles schijnt geschapen de soete min heeft bij mij soo veel soet niet in dat ick mij daer aen souw vergapen ick versoeck om alleen te slapen de soete min
7. T'is eijgen baet waerom de jongmans ons aensoecken tis eijgen baet om welck men bij een dochter gaet dat sij te vinden hun verkloecken hun lust en welvaert in de doecken t'is eijghen baet
8. oprechte liefd is selden tgeen dat sij betrachten op rechte liefd is er geen gelt, hun niet gerieft ghij sult u veeltijts sien misachten wilt ghij om u te stellen wachten op rechte liefd
9. Een uws gelijck wilt als hij heeft niet min betrouwens een uws gelijck hebt ghij geen gelt haest van u wijckt de deught is wel t'cieraet der vrouwens maer niet genoegh om te behouwen een uws gelijck
10. Die grooter is stelt sulck een vrij uijt uw gedachten die grooter is denckt ghij dat hij u mint, tis mis hij komt uw jeught of gelt betrachten om u daer na weer te misachten die grooter is
11. Een slechte soort sal u gemeenelick berouwen een slechte soort indien ghij na sijn praeten hoort kan u wel namaels t'hooft doen krouwen en ghij word selfs met hem te trouwen een slechte soort
12. wat dan gedaan indient verveelt alleen te leven wat dan gedaen om alleen ongeval t'ontgaen als men sijn sinnen voelt gedreven om iemant sijne trouw te geven wat dan gedaen
13. Beproeft hem wel en siet na goedt verstant en te reden beproeft hem wel eer ghij uw voet stelt in het spel van waer ghij noijt kon achter treden dies eer ghij wilt uw jeught bestreden beproeft hem wel
14. Bedenckt oock dat geen last ontfanght voor s'levens dage bedenckt oock dat dit last bij u sijn op gevat ghij seur en soet gelijck moet dragen tzij met of tegen uw behaghen bedenckt ook dat
15. Denght en verstant begaeft met aengenaeme seden deught en verstant veel onheijl van de trouw verbant en hoort na schoonspraeck nog gebeden kiest om uw jeught aen te besteden deught en verstant
16. Voor mijn belangh ick wil het met de vrijheijd houden voor mijn belangh k'leef sonder pijn en buijten dwangh t'geen ick misschien niet doen en soude soo ick door min bekoort eens trouwe voor mijn belangh
17. Naer mijnen sin lust het mij somtijts wat te praeten naer mijnen sin ick kies een vriend of een vriendin naer mijnen sin ick kies een vriend of een vriendin die soo sij weerd sijn dat ick s' haete of houden kan of weer verlaeten naer mijnen sin
| |
|
Nederlandse en Franse wereldse liederen
|
1600-1700
|
Gent UB: Hs 898 |
f11v |
|
Transcriptie van titel, wijsaanduiding en liedtekst, naar bron, diplomatisch. Door Pieter Moelans. |
|