|
|
Mijn morken gaf mij een jonck wijff, Die niet verscoent en mochte zijn; Zij sanck zo wel naer mijn motijff, Adieu naturelic leven mijn. Tandernaken op den Rijn, al op den Rijn, In mijnen zin haddic vercooren. Het zoude een meisken gaen om wijn, Haer lief hadzij verlooren. Het zoude een meisken gaen om wijn Den tijt moet zij oerboren. | |
|
Chansonnier Hieronymus Lauweryn van Watervliet
|
1505-1507
|
Londen, British Library, Add. 35087 (in facsimile) |
f5v |
|
Transcriptie afkomstig uit het corpus (databank) Het Nederlandse Meerstemmige Lied van J.W. Bonda |
|