|
|
Hoog op de gele wagen / Rijd ik door berg en dal Lustig de kleppers draven Blij klinkt het hoorngeschal Water langs wouden en weiden Stroomt er zo machtig en vrij Ik kan van uw schoon haast niet scheiden Maar 't gaat voorbij, voorbij 2x
inc. 2 Bassen, violen en fluiten
inc. 3 Postiljon in de taveerne
inc. 4 Eens snelt voorbij mijn wagen | |
|
Klöters, Jacques (verzamelaar),
In die grote stad Zaltbommel; liedjes van school, club en kamp
|
1993
|
|
p168 |
|
Uit Klöters. Van de tekst aldaar werd vaak slechts de eerste strofe en soms ook de beginregel van de tweede en latere strofen overgenomen. |
|