|
|
Jeneverlied
En als wij naar de hemel gaan / Jenevertje, jenevertje En als wij naar de hemel gaan, jenevertje gaat mee
inc. 2 En waar men een student ontmoet
inc. 3 En als hij Bols jenever ruikt
refrein: O, heerlijke dromen van Lucas Bols en zonen O, heerlijke dromen van bier en brandewijn En dat ik immer zo lustig ben Dat heb ik van mijne mama En dat ik immer zo dorstig ben Dat heb ik van mijne papa | |
|
Klöters, Jacques (verzamelaar),
In die grote stad Zaltbommel; liedjes van school, club en kamp
|
1993
|
|
p125 |
|
Uit Klöters. Van de tekst aldaar werd vaak slechts de eerste strofe en soms ook de beginregel van de tweede en latere strofen overgenomen. |
|