|
Mijn hartelijk lief wel schone jonkvrouw Gij zijt certein mijn lief alleen |
Liefdeslied in de vorm van een brief van de minnaar naar zijn (nog) onbereikbare geliefde. Oudste optekening in het Antwerps Liedboek. Daarnaast versies in Amoureuze Liedekens (1613) en Jeugdspiegel (1620). De beginletters van strofe 1, 2, 6, 7 en 8 vormen het acrostichon Maria, misschien de geadresseerde? Mogelijk zijn de strofen 3-5 later toegevoegd. In strofe 7 bezingt de dichter de tegenstelling tussen "hete", vergankelijke, en reine, bestendige liefde.
|
|
beginregel auteur | titel bron |
wijsaanduiding standaardnaam melodie strofeschema |
muz. mp3 scan
|
|
|
|
Mijn hertelic lief wel schoon joncfrouwe / ghi [...]
|
[geen wijsaanduiding]  
|
|
Een amoreus liedeken |
Het was een klerkje dat ging ter school
?
|
|
AntwLb1544 (1544), f63r
[nr. 112]
|
.4a.4B.4a.4B
|
|
|
|
|
Myn hertelijck Lief wel schoon JonckVrouwe, / Ghy [...]
|
[geen wijsaanduiding]  
|
|
Een oudt Liedeken |
Het was een klerkje dat ging ter school
?
|
|
AmoureuzeL1613 ([1613+]), p101
[nr. 63]
|
.4a.2B.2B.4a.4B
|
|
|
|
|
Myn hertelijck Lief wel schoone Joncvrouwe, / Ghy [...]
|
Alst beghint  
|
|
|
Het was een klerkje dat ging ter school
?
|
|
Jeugdspiegel1620 ([1620 ca.]), p166
[nr. 57]
|
.4a.2B.2B.4a.4B
|
|
|
|
|
Mijn hertelic lief wel schoon joncfrouwe / ghi [...]
|
[geen wijsaanduiding]  
|
  |
168. Mijn hertelic lief |
Het was een klerkje dat ging ter school
|
|
Van Duyse (1903-1908), I, p627
[nr. 281]
|
|
|
|