lied: |   |   |   |
auteur: | |
beginregel: |
Hoe kan een mensch na goede dagen trachten / Die in den geest met eersucht is besmet
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Hoe kan een mens na goede dagen trachten Die in de geest met eerzucht is besmet
|
(3 liederen)
|
refrein: | Wat baat den mensch of eer, of machtig gout / Hy leeft naar wensch, die uwe velden bout [v5-7] |
aantal strofen: | 9 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | herderslied / toneellied / loflied (wereldlijk) |
trefwoord: | Damon / Aspasia / afkeer hof / landleven |
  | |
melodienaam: |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . .
5a 5B 5a 5B 5C 5C 3C | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
7
|
commentaar:
|
Ed. Van Seters 033. Dit lied is voor het eerst verschenen in Klagende Maeghden, in 1634, 3p8, aldaar met de titel: Boeren lof, Tegen't hof. Ook in toneelstuk Aspasia (1644).
|
recordnummer: | 3080 |
bron: |
siglum: | CatsAW II
(1712)
|
titel: | Alle de wercken. [deel 2] |
pagina: |
p423
(liednummer 10) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|