lied: |   |   |   |
beginregel: |
Wie wil hoeren een nieu liet / En dat sal ick u singen / Al van een munnick die broer Jan hiet
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Wie wil horen een nieuw lied En dat zal ik u zingen Al van
|
(1 lied)
|
refrein: | Faelae dobbedob [var][v5] |
aantal strofen: | 6 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
full text: | full text     |
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Broeder Jan Dordrecht / monnik / vrouwen / drank / liefde / uittreding / verlaten klooster |
korte inhoud: | Als Broeder Jan op een ochtend terugkeert naar zijn klooster ('dat kerk of') te Dordrecht moet hij vertellen dat hij de nacht heeft doorgebracht met vrouwen en drank. Hiermee heeft hij het eeuwig leven verspeeld. Dan treedt Broer Jan maar liever uit en hij springt uit het venster, want hij heeft liever een jong meisje dan een zijden kap. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Alst begint | Te Brunswijk staat een kasteel ? | (8 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
. . . .= +.=
4A 3b 4A 3b 3C 3b
(Rijm onreg.) | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
5
|
commentaar:
|
Melodienorm o.g.v. strofevorm. Ook de melodie van het lied van Gerrit van Velsen (met dezelfde beginregels) is niet helemaal uit te vlakken, hoewel dat een vierregelig lied is; de laatste twee verzen zouden dan op muziekherhaling gezongen zijn. Laatste strofe =princestrofe.
|
recordnummer: | 2805 |
bron: |
siglum: | HsLdGA Ga1474
([1590 ca.] [na 1594])
|
titel: | Liedbundel van Antonis van Butevest |
pagina: |
f34v
(liednummer 30) |
gebruikt ex.: | Leiden, Gemeente-archief, Gildenarchief no. 1474 |
|