lied: |   |   |   |
beginregel: |
In eenen boemgaert quaem ic ghegaen / Daer vant ic scoene vrouven [!] staen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Van Brandenborch
|
(18 liederen & extra informatie)
|
aantal strofen: | 18 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
full text: | full text     |
genre: | verhalend lied (wereldlijk) |
trefwoord: | Brunenborch [Brandenborch] / rode ridder / aanklacht / vrouw / overspel / onschuldig / kuise liefde / gevangenschap / 7 jaar? / ophangen / galg / dood wreken |
korte inhoud: | Brunenborch heeft een kuise liefde voor een getrouwde vrouw. Een rode ridder klaagt hem echter aan wegens overspel bij zijn heer. Brunenborch moet dit bekopen met de galg. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | alst beghint |   |   |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
=Van Duyse I, 198. Dit is eigenlijk een andere versie dan in AntwLb1544 081, maar in wezen gaat het om hetzelfde lied. De strofeschema's zijn vrijwel identiek, hoewel aldaar v3!=v4. Mogelijk gaan HsLdUB Ltk218 009 en AntwLb1544 081 op dezelfde 'oertekst' en dus op dezelfde melodie? Zie voor de melodie, Deutsche Volkslieder I (1935), 161-170.
|
recordnummer: | 23266 |
bron: |
siglum: | HsLdUB Ltk218
([1540 ca.])
|
titel: | Liedboekje van Marigen Remen |
pagina: |
f71v
(liednummer 9) |
gebruikt ex.: | Leiden, UB, Ltk. 218-III |
editie: | Komrij 1994, 481 | |
|