lied: |   |   |   |
auteur: | |
beginregel: |
Den harpen speelder die, met cracht wel kan versoeten / De boose geesten wreed, in Plutoos duyster hel
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | De harpspeler die met kracht wel kan verzoeten De boze geesten wreed in Pluto's duistere hel
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 1 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | liefdesklacht (wereldlijk) |
trefwoord: | Pluto / harpspeler / hel / monsters / verdriet / minnepijn / blussen / troost / doodswens |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] |   |   |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . . . . . . . .
6a 6B 6B 6a 6a 6C 6C 6a 6D 6D 6e 6F 6F 6e | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
14
|
commentaar:
|
Na de twintigste historie beginnen de historiƫn weer opnieuw, met nieuwe paginering. Dit lied staat in de tweede historie. Voorafgegaan door "(...) dat hy (...) houdende een luyt in de hant, dit naervolghende daerop heeft ghespeelt. Dat wy alsoo hebben verduyst".
|
recordnummer: | 208197 |
bron: |
siglum: | Telle&Bredero TCH(4)1612
(1612)
|
titel: | HET VIERDE DEEL VAN DE Tragische of claechlijcke Historien, inhoudende XXIII, [...] |
pagina: |
2f36v
(liednummer 10) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (www.dbnl.org) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|