lied: |   |   |   |
titel: | Klachte der Nederlandsche Maegt, gedaen ten tijde als den Konink van Vrankryk, Keurvorst van Keulen ende den Bisschop van Munster, soo veel Steden ende Sterkten, (door verraet ende andere sinistre practijken) van de Nederlanden heeft ingekregen |
beginregel: |
O Godt! hoe deerlijck moet ik klagen, / Over 't vernedert Nederland
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | O God hoe deerlijk moet ik klagen Over het vernederd Nederland
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 16 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | klaaglied / historielied / oranjelied (geestelijk) |
trefwoord: | Nederland / Nederlandse maagd / Nederlandse tuin / Koning van Frankrijk (Lodewijk XIV) / Keurvorst van Keulen [Maximiliaan Hendrik van Beieren (1621-1688)] / Bisschop van Munster [Christoph Bernhard von Galen; Berend van Galen; 'Bommen Berend' (1606-1678)] / Britten / [1672] / [rampjaar] / prins [Willem III] / Rijn / Waal / Utrecht / Gelderland / Overijssel / Orsoy / Nijmegen / Zeeland / Holland / Friesland (elf Friese steden) / Groningen / generaal Paulus Wirtz (Würtz; 1612-1676) / oorlog / vernedering / verraad / geen verdediging / tegen de reine leer / geloof / "wilde zijnen in Gods wijngaard" / grenzen verdedigen / binnentuin verdedigen / omheining / schutting / republiek / prinsgezind / waterleeuw / Gods hulp |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Van de X. Geboden | Tien geboden | (335 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Laatse strofe =princestrofe.
|
recordnummer: | 205956 |
bron: |
siglum: | FrOorlogsstoel1740
(1740)
|
titel: | Den Franssen Oorlogs-Stoel GEPLANT IN NEDERLANDT. In sich vervattende, eenige Nieuwe [...] |
pagina: |
p3
(liednummer 1) |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.com) |
|