lied: | | | |
| titel: | Soli deo Gloriam |
|
beginregel: |
Neen, 'k wil niet morren, 'k zal niet klagen / Ik vind in U mijn welbehagen
|
alle liederen met deze tekst
|
| tekstnorm: | Neen ik wil niet morren ik zal niet klagen Ik vind in u mijn welbehagen
|
(1 lied)
|
| aantal strofen: | 5 |
|
| genre: | loflied (wereldlijk en geestelijk) |
| trefwoord: | ironie / anti-religieus / klagen / welbehagen / troost / toeverlaat / zaligheid / doodsuur / werkloos / ronddolen / bidden om werk / tevreden / Gods naam verheffen / vrouw / lijden / pijn / goedheid / wil / liefhebben / kinderen / lijken / gezin / op straat / huur / niet betalen / voorzienigheid |
| | |
| melodienaam: |
| wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | | [geen wijsaanduiding] | | |
|
|
|
strofeschema:
|
|
| verstal:
|
6
|
| commentaar:
|
voetnoot titel: God alleen zij de eer.
|
| recordnummer: | 203436 |
bron: |
| siglum: | SocLiGedVd1906
([1906-1913])
|
| titel: | Socialistische liederen, gedichten en voordrachten uit het heden en het verleden. - [...] |
| liednummer: | 17 |
|
