lied: |   |   |   |
titel: | DE LENTETIJD |
beginregel: |
Als de lente zeeg'nend nederdaalt / En de voorjaarszon het sneeuwkleed smelt
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Als de lente zegenend nederdaalt En de voorjaarszon het sneeuwkleed smelt
|
(1 lied)
|
refrein: | Klinkt van berg en heuvel, klinkt het wijd en zijd / "Onbeschrijfelijk schoon, onbeschrijfelijk schoon is de Lentetijd" [v8-9] |
aantal strofen: | 2 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | seizoenslied (wereldlijk) |
trefwoord: | lente / zon / sneeuw smelten / natuur / knoppen / beekje / bloemen / vogels / lucht / ademen |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] |   |   |
|
|
strofeschema:
|
+ = + = /+ /+
5A 5B 5A 5B 3C 3C 5C 3C 5C 6D 3E 3E 3D | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
9
|
commentaar:
|
De refreinregels worden beide herhaald.
|
recordnummer: | 203429 |
bron: |
siglum: | Sterringa NiLiBu(1)1902
(1902)
|
titel: | Nieuwe liederenbundel. Bijeenverzameld. Eerste stukje |
pagina: |
p29
(liednummer 26) |
|