lied: |   |   |   |
auteur: | Vleeschoudere, P. (auteur) |
|
titel: | Liedeken van het eeuwigh Woord des Vaders, Mensch ghe-worden zynde. In de derde Misse |
beginregel: |
O Christen ziel'! al hoort ghy een kleyn Kindt / In Bethleems Stal, ('t welck Os en Esel dint
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | O christenziel, al hoort gij een klein kind In Bethlehems stal, hetwelk os en ezel dient
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 6 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | kerstlied / loflied / Christuslied (geestelijk) |
trefwoord: | Jezus / God / Maria / Bethlehem / derde mis / geboorte / stal / kind / kermen / koude / majesteit / ootmoed / kribbe / engelen / loven / Christus volgen |
  | |
melodienamen (2): |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | O Galathé, myn soete Galathé | O Galathea mijn schoonste veldgodin | (35 liederen) | Komt Cupidoken, komt my ten strydt | O Galathea mijn schoonste veldgodin | (35 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
5
|
commentaar:
|
De tweede wijsaanduiding is het incipit van BMoeselken1659 006, aldaar met dezelfde wijsaanduiding "O Galathea mijn zoete Galathea". Het strofeschema van De Vleeschoudere wijkt af van het gebruikelijke bij deze melodienorm: Waarschijnlijk wordt de laatste regel van de melodie herhaald. Dit langere schema komt overeen met dat van de melodienorm "Ach herderin mijn schone veldgodin", waarvan de naam sterk lijkt op die van onderhavige melodienorm. Een verwisseling kan ook mogelijk zijn.
|
recordnummer: | 197701 |
bron: |
siglum: | Vleeschoudere GeKo1663
(1663)
|
titel: | GHEESTELYCK KONINGHSKEN, Singende altyd even-bly-moedigh, soo in vuyl, als in schoon [...] |
pagina: |
p341
(liednummer 109) |
|