lied: |   |   |   |
titel: | [608] |
beginregel: |
Rijck God, wie sal ic claghen / dat heymelijck lijden mijn, / dat ic alleene moet dragen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Rijke God wie zal ik klagen Dat heimelijk lijden mijn Dat A
|
(2 liederen)
|
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
commentaar:
|
Wereldlijk voorbeeld waarop het geestelijke contrafact (Rijke God wie zal ik klagen / Dat heimelijk lijden mijn / Dat mij dit vlees doet dragen) is geïnspireerd. Bijzonder is dat het origineel tot op de laatste strofe nauwkeurig is gevolgd.
|
recordnummer: | 18259 |
bron: |
siglum: | Van Duyse
(1903-1908)
|
titel: | Het oude Nederlandsche lied: wereldlijke en geestelijke liederen uit vroegeren tijd: [...] |
pagina: |
III, p2370
(liednummer 1330) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|