lied: |   |   |   |
auteur: | |
titel: | ZEEMANSLIED |
beginregel: |
Ik kom thuis gevaren, / Langs de hooge zee
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Ik kom thuis gevaren van de grote zee
|
(1 lied)
|
refrein: | Vare, vare, / Is toch je ware |
aantal strofen: | 6 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
genre: | zeemanslied (wereldlijk) |
trefwoord: | Delfts bootje / vrouw / vrijen / buitenlandse meisjes / betalen / prostitutie / taalprobleem / zeemansleven / schipbreuk / woeste baren / kapitein / zeven jaar / trouw / ontrouw |
korte inhoud: | Een man gaat varen en laat zijn vrouw achter. Hij vertelt over de meisjes die hij onderweg tegenkomt, en waarmee hij vrijt tegen betaling. Hij hoopt dat zijn vrouw hem wel trouw zal zijn. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | Ik kom thuis gevaren   | (1 lied) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
Losstaand refrein. Liedtekst over de voordelen van het leven als zeeman. Zangaanwijzing: 'Vroolijk.'
|
recordnummer: | 179007 |
bron: |
siglum: | Speenhoff LWP(2)1903
([1903 ca.])
|
titel: | Liedjes, wijzen en prentjes: tweede bundel |
pagina: |
p97
(liednummer 24) |
gebruikt ex.: | Amsterdam MI: 3978 11.1 c 20e Speenhoff |
|