lied: |   |   |   |
auteur: | |
titel: | DE SCHOOIER |
beginregel: |
Hij is een luie, sluike vent, / Een dier omtrent
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Hij is een luie sluike vent Een dier omtrent
|
(1 lied)
|
refrein: | [var] lacht [var] kleurt [v10] |
aantal strofen: | 5 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
genre: | verhalend lied / levenslied (wereldlijk) |
trefwoord: | lui / zondaar / eenzaam / noodlot / uitlachen / verlegen / blozen / beven / schooier / moord / lust / rechter / zelfmoord |
korte inhoud: | Lied over een crimineel die leeft aan de rand van de maatschappij. Hij pleegt zelfmoord als hem een straf wordt opgelegd door de rechter. |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] | De schooier   | (1 lied) |
|
|
strofeschema:
|
. . . . . . . . . .
4A 2A 2A 2b 4C 2C 2C 2b 4D 4D | alle liederen met deze vorm (alle liederen) |
|
verstal:
|
10
|
recordnummer: | 178851 |
bron: |
siglum: | Speenhoff LWP(1)1903
(1903)
|
titel: | Liedjes, wijzen en prentjes: eerste bundel |
pagina: |
p27
(liednummer 7) |
gebruikt ex.: | Amsterdam MI: 3978 11.1 c 20e Speenhoff |
|