lied: |   |   |   |
auteur: | Oosterwyck, V. v. (berijmer) |
|
titel: | HET TWEEDE CAPITTEL. |
beginregel: |
De Roosen diemen ontrent Zaron vint, / Dat soet' en schoone Lant, en hare Bloemen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | De rozen die men omtrent Zaron vindt Dat zoete en schone land en haar bloemen
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 23 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
link (full text): | tekst |
genre: | schriftuurlijk lied / dialooglied (geestelijk) |
trefwoord: | Zaron / Adam / Jezus Christus / hooglied / rozen / bruid / bruidegom / mei / appelboom / duif / vos / kerk |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Vanden 116. Psalm Ick heb den Heer lief want hy heeft verhoort, &c. | Psalm 116 Datheen   | (197 liederen) |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
4
|
commentaar:
|
Berijming van het tweede hoofdstuk van het Hooglied. De strofeverdeling is als volgt: Christus - strofen 1-5, 11-12 en 21 'De Bruyt of Kercke' - strofen 6-10, 13-20 en 22-23 In de narede op p.41 staan aantekeningen over het tempo van de bijhorende muziek.
|
recordnummer: | 176444 |
bron: |
siglum: | Oosterwyck HS1655
(1655)
|
titel: | Rymen ende Zangen over het Hooge-Lied Salomons: als oock over het XXXII Capittel van [...] |
pagina: |
f6r
(liednummer 2) |
gebruikt ex.: | Den Haag KB: 4 E 36 |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (search.proquest.com) scan van de gehele bron (books.google.nl) |
link (full text): | tekst van de gehele bron |
|