lied: |   |   |   |
titel: | Een aerdig Lied, van een Wagenaer en sijn Lief Hille |
beginregel: |
De Wagenaer die vatte sijn Lief al by haer hoofje / Hy wat is dat Hille
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Ik greep mijn lief meisje al aan haar hoofd Ik zei Mijn
|
(29 liederen)
|
refrein: | De Wagenaer die vatte sijn Lief al by haer [var] / Hy wat is dat Hille [v1-8] |
aantal strofen: | 11] |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
genre: | stapellied / liefdeslied (wereldlijk) |
trefwoord: | Hille / wagenaar / slapen / lichaam / hoofd / bijnamen / hoofd=krullebol / ogen=kijkuit / neus=snuituit [etc.] |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | op een soete Wijs |   |   |
|
|
strofeschema:
|
|
verstal:
|
8
|
commentaar:
|
De tekst van de strofen is grotendeels aan elkaar gelijk: alleen een enkel woord wordt gewijzigd. Een voor een worden lichaamsdelen van Hille benoemd en 'gestapeld', tot 'Mijn Trip-en-trap, mijn knie-schijf, mijn Achter-uyt, mijn Tonne-buyck, mijn Melck-vat, mijn Gorgel-gat, mijn kinne-knap, mijn slock-op, mijn snuyt-uyt, mijn kijck-uyt, mijn krullen-bol'. Zie ook Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 1, p471-472. voetnoot 26.
|
recordnummer: | 157769 |
bron: |
siglum: | ASpinhuis1680
(1680)
|
titel: | AMSTERDAMSE Spin-huys, OFTE Lust-hof der Adelijcke Jufferen Vol nieuwe amoureuse [...] |
pagina: |
p76
(liednummer 47) |
|