lied: |   |   |   |
titel: | XIII. Pause |
beginregel: |
De jonger, wien de Heer sijn Moeder heeft bevolen, / Heeft lang haar overleeft, maer quam nooit soo te dolen
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | De jongere wie de Heer zijn moeder heeft bevolen Heeft lang
|
(1 lied)
|
aantal strofen: | 18 |
muziek: |
met muzieknotatie |
|
trefwoord: | Maria / Johannes |
  | |
melodienamen (2): |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | Als 't voorgaande |   |   | Ik ging eens op een tyd, enz. | Eerste kusje   | (26 liederen) |
|
commentaar:
|
Dit lied beslaat de afschriften 26593 - 26610. Dit afschrift vermeldt de strofen 329 - 346. Alleen de 329e strofe is gegeven op het afschrift. De eerste wijsaanduiding verwijst naar Sluiter LM1688 013.
|
recordnummer: | 152089 |
bron: |
siglum: | Sluiter LM1688
(1688)
|
titel: | W. Sluiters lofzang der heilige Maria en triomferende Christus, verrijkt met [...] |
pagina: |
p89
(liednummer 1n) |
afschrift: | Nederlands Volkslied-Archief 26606 |
ingevoerd naar: | afschrift Nederlands Volksliedarchief |
beschikbaar: | scan van de gehele bron (books.google.nl) scan van de gehele bron (books.google.nl) |
|