lied: |   |   |   |
titel: | 80. GINDER AAN MIJN VADERS BOGAARDE.. |
beginregel: |
Ginder aan mijn vaders bogaarde, / Daar loopt er een waterke klaar
|
alle liederen met deze tekst 
|
tekstnorm: | Ginder aan mijn vaders boomgaard Daar loopt er een watertje
|
(1 lied)
|
refrein: | Locht over de aarde |
aantal strofen: | 6 |
muziek: |
zonder muzieknotatie |
|
trefwoord: | boomgaard vader / molenrad |
  | |
melodienaam: |
wijsaanduiding: | standaardnaam melodie: | alle liederen op deze melodie | [geen wijsaanduiding] |   |   |
|
commentaar:
|
Herkomst: Herselt. Lied werd gezongen bij het verhuizen van meiden en knechten. Zie ook (w.b. het refrein): 'Naar Rozenland zullen wij rijden Naar Rozenland zullen wij'. Strofe 3-6 komt overeen met slot van: Bols WVl(2)1949 012 (heeft diezelfde liednorm).
|
recordnummer: | 142020 |
bron: |
siglum: | Bols WVl(2)1949
(1949)
|
titel: | Wereldlijke volksliederen met de melodieën. Verzameld uit het nagelaten werk van E. [...] |
pagina: |
p19
(liednummer 19) |
|